Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En [16]hij hield zijn gezicht staande, en zette het vast [17]tot schamens toe; en de man Gods [18]weende. 16. Te weten, de profeet, die zijn ogen op Hazael geslagen hebbende, dezelve zolang op hem hield, totdat hij zich schaamde langer op hem te zien of totdat Hazael beschaamd werd zolang bezien te worden. Anderen verstaan dit aldus, dat de profeet zijn aangezicht niet op Hazael maar op iets anders vastgehouden heeft, zijnde in de aanmerking der wreedheid, die Hazael tegen Israel bedrijven zou, totdat hem, ofschoon hij zich poogde in te houden, daarover de tranen ontgaan zijn. Naar de andere overzetting nemen het sommigen van Hazael, dat hij zijn aangezicht op den profeet gesteld zou hebben, verwonderd zijnde waarom hij hem strijdende dingen scheen te belasten, om die zijnen heer Benhadad aan te dienen. 17. Zie van deze manier van spreken ook Richt.3:25, en boven, hfdst.2 vs.17. Anders, langen tijd, of tot vertraging. 18. Uit oorzaak van het kwaad, dat hij door Gods openbaring voorzag den kinderen Israels door middel van Hazael te zullen overkomen. Vergelijk Jer.14:17, en Luk.19:41.